In de zomermaanden stellen heel wat werkgevers jobstudenten tewerk. Zo vangen ze de eventuele zomerdrukte op en kunnen de werknemers genieten van een welverdiende vakantie.
Voordelen van een jobstudent
Zowel voor jou als werkgever als voor de student is ‘arbeid via een studentenovereenkomst’ een financieel voordelige formule. Beide partijen genieten RSZ-vermindering. De werkgever betaalt 5.42% sociale bijdrage op het brutoloon van de student. De werknemer betaalt 2.71% solidariteitsbijdrage op het brutoloon. Daarnaast geniet de student ook van een vrijstelling van bedrijfsvoorheffing.
Wie mag werken als jobstudent?
De student is 15 jaar en heeft een getuigschrift eerste graad secundair onderwijs of de student is minstens 16 jaar. Bovendien is hij ingeschreven in een onderwijsinstelling. Voor studenten in het deeltijds onderwijs gelden er extra voorwaarden zoals bijvoorbeeld geen werkloosheidsuitkering of inschakelingsvergoeding ontvangen.
Hoeveel uren mag een jobstudent werken?
In principe mag een student niet meer werken dan 475 uren per kalenderjaar, het zogenaamde ‘contingent’ (van 1 januari tem 31 december). Voor deze zomer (derde kwartaal van juli tot en met september 2021) nam de regering specifieke coronamaatregelen en tellen de gewerkte uren van het derde kwartaal 2021 niet mee voor de grens van 475 uren. Ook voor de studenten die in het tweede kwartaal in de gezondheidszorg of onderwijs gewerkt hebben, tellen de uren niet mee voor het contingent.
Via de tool/app student@work kan de student de gewerkte uren raadplegen om zo de grens van 475 u te bewaken. Je vraagt aan de student hiervan een recent attest op zodat je de officiële status van het saldo kent.
Hoeveel loon betaal ik de jobstudent?
Binnen het paritair comité waar je bedrijf onder valt, worden regels opgenomen over het loon van studenten. Je moet hier het minimumloon respecteren. Als je paritair comité extra voordelen toekent, heeft de student hier ook recht op wanneer deze niet expliciet wordt uitgesloten.
Of je een woon-werkvergoeding moet betalen is eveneens afhankelijk van de afspraken binnen je paritair comité.
Vaak krijg ik de vraag of studenten ook recht hebben op maaltijdcheques? Je kan studenten hiervan uitsluiten, dit vermeld je best expliciet in je arbeidsreglement.
Het is niet gebruikelijk om een jobstudent een onkostenvergoeding toe te kennen, maar strikt genomen ben je als werkgever verplicht om de extra onkosten te vergoeden die de student heeft in het kader van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Je kan hier afspraken over maken zoals bijvoorbeeld dat je pas vergoedt op basis van het voorleggen van een bewijs, factuur of onkostennota.
Tot slot bouwt de student geen recht op voor enkelvoudig -en dubbel vakantiegeld.
Wettelijke verplichtingen als werkgever?
Voor de eerste werkdag van de student moet je als werkgever een DIMONA-aangifte doen, dit kan je doen via je sociaal secretariaat.
Je bent verplicht om een schriftelijke studentenovereenkomst af te sluiten. Deze overeenkomst is steeds van bepaalde duur voor maximaal 1 jaar. In deze overeenkomst moet je op voorhand de gewerkte dagen opnemen en de taakuitvoering duidelijk noteren.
Je mag een student ook buiten de zomervakantie of andere schoolvakanties tewerkstellen, maar het is verboden om de student tewerk te stellen tijdens zijn lessenrooster. Met andere woorden, de student mag niet afwezig zijn op school omwille van de studentenjob.
Enkele kanttekeningen
Als de student het ‘kindergeld’ niet wil verliezen mag hij in Vlaanderen en Wallonië niet meer werken dan 475 uren per jaar. In Brussel ligt het maximum op 240 uren per kwartaal. Ook hier is er dit jaar een speciale coronamaatregel: de gepresteerde uren in het derde kwartaal 2021 worden hierbij niet in rekening gebracht.
Om fiscaal ten laste te blijven van de ouders mag de student bruto niet meer verdienen dan 7.102,50 € per jaar bruto per jaar). Let op, dit bedrag varieert afhankelijk van de persoonlijke situatie van de student. Ook hier is er een ‘corona uitzonderingsmaatregel’. De inkomsten van de student uit het derde kwartaal 2021 worden niet meegeteld in de berekening om te bepalen of de student nog ten laste is van zijn ouders. Wanneer de student in het tweede kwartaal 2021 in de zorg of het onderwijs werkte, tellen deze uren evenmin mee