Werkgevers kiezen meer en meer voor elektrische bedrijfswagens. Volstrekt logisch, want dankzij diverse gunstmaatregelen maakt de overheid elektrische wagens een pak voordeliger. Zeker nu het fiscaal voordeel voor benzine- en dieselwagens en hybride bedrijfswagens binnenkort geschrapt wordt. Maar hoe ga je als werkgever om met deze elektrische bedrijfswagens? Wij geven je enkele praktische insights.
Optie 1 | Zelf een laadpaal installeren als bedrijf
Nu de overheid het fiscaal gunstig maakt om laadpalen aan te kopen, opteren veel bedrijven voor een eigen laadpaal. Een laadpaal installeren leidt immers tot een kostenaftrek van maar liefst 150 % (*). Let wel op: je laadpaal moet publiek toegankelijk zijn. Dat betekent dat ook derden je laadstation mogen gebruiken. Zo kan je bijvoorbeeld een laadpaal plaatsen op je bedrijfsparking.
Voorzie je als werkgever een eigen laadstation? Dan hoef je geen bijkomende vergoeding te betalen aan je werknemers. Hun energieverbruik komt immers rechtstreeks op jouw bedrijfsfactuur. Niet alleen heb je minder administratie, deze optie komt in de meeste gevallen ook het goedkoopst uit. Een win-win!
(*) Als je als bedrijf een laadpaal plaatste tussen 1 september 2021 en 1 april 2023, kreeg je een fiscale aftrek van je afschrijvingen van 200 %. Installeer je een laadpaal tussen 1 april 2023 en 1 september 2024, geniet je een kostenaftrek van 150 %.
Optie 2 | Kies voor een laadpas
Wil je zelf geen laadpaal kopen? Of wil je de mogelijkheid geven aan je medewerkers om overal te kunnen opladen? Dan kan je je medewerkers een laadpas aanbieden. Hiermee kunnen ze elektrische bedrijfswagens laden aan publieke laadpalen. De laadpas registreert het begin en het einde van het laadmoment en de hoeveelheid verbruikte elektriciteit. Is je medewerker vaak op de baan of legt hij of zij lange afstanden af, dan kan een laadkaart van pas komen.
Een laadpas kan je aanschaffen bij verschillende leveranciers, in functie van de ligging van de laadpalen of je bedrijfsnoden. Helaas is een laadkaart vaak de duurste optie. Bovendien hanteren verschillende laadpalen bovenop nog een ‘rotatiekost’: een bijkomende vergoeding wanneer je elektrische bedrijfswagen aan een laadpaal geparkeerd blijft. En die kan flink oplopen. Moet je werknemer zijn wagen snel volladen? Ook snelladen is mogelijk met een laadkaart. Opgelet: dit weerspiegelt zich ook in de rekening achteraf. Bespreek dus vooraf met je medewerker op welke manier hij of zij gaat laden.
Optie 3 | Je medewerker laadt zijn elektrische bedrijfswagen thuis op
Tot slot kan je als werkgever ook investeren in een laadpaal thuis voor een bedrijfswagen. Je bedrijf blijft dan eigenaar van de laadpaal in kwestie. Maar wat gebeurt er als je medewerker voor deze installatie zijn woning moet renoveren? Of wanneer hij of zij uit dienst gaat? Goede afspraken in je car policy zijn een must-have om misverstanden te vermijden.
Is de installatie van een laadstation bij je medewerker thuis onmogelijk? Dan kan hij of zij de elektrische wagen ook opladen via een smart kabel. Wil je werknemer zelf investeren in een laadstation om te genieten van een fiscaal voordeel, dan kan je als werkgever een onkostenvergoeding voorzien om de laadkosten te vergoeden.
Maak goede afspraken en neem deze op in je car policy
Wanneer je bedrijfswagens evolueren, moeten je interne richtlijnen mee de switch maken. Kies dus voor een car policy op maat van je groen bedrijfswagenpark. Hierin bepaal je enkele duidelijke regels rond elektrische bedrijfswagens. Zo weet iedere werknemer wat hij of zij kan verwachten en vermijd je latere discussies.
Je kan verschillende modaliteiten opnemen in je car policy. Denk aan: de wijze van elektrisch laden, de manier waarop de elektriciteit wordt bijgehouden of de vergoeding die je medewerker hiervoor ontvangt. Ook de manier van inlevering of schadebeheer zijn cruciaal. Kortom, een uitgewerkte car policy zorgt voor meer gemoedsrust en minder onenigheid.
Als onderneming overschakelen naar elektrische bedrijfswagens?